
Column: Een duur sigarendoosje
De eigenaresse van drukkerij X vroeg mij om advies. Zij had haar drukkerij verkocht met “alles erop en eraan”. De overeenkomst was (bijna letterlijk) op de achterkant van een sigarendoosje geschreven. De reden dat mijn advies werd gevraagd, was de volgende: in de verkochte drukkerij bevond zich een vrij bijzondere machine (als advocaat moet ik u de technische details helaas schuldig blijven).
Nadat de koop min of meer beklonken was, meldde zich een andere partij bij mijn cliënte die veel meer voor die specifieke machine wilde betalen. Mijn cliënte bedacht daarom dat zij die machine beter aan die partij kon verkopen. Vlak voor de overdracht aan de koper van de drukkerij werd de machine dan ook uit de zaak gesloopt en aan de andere geïnteresseerde geleverd.
Op de dag van overdracht van de drukkerij waren de poppen natuurlijk direct aan het dansen. De ontbrekende machine was voor de koper niet te tolereren. Hij was woest en bedreigde mijn cliënte met hoge claims. Kort daarna ontving mijn cliënte een e-mail van de koper met ongeveer de volgende tekst: ‘Dit had ik niet van jou verwacht. Ik heb direct een soortgelijke machine besteld en dat grapje gaat jou € 50.000 kosten. Dit bedrag eis ik dan ook van je terug.’
En toen belde zij mij. Op mijn advies probeerde mijn cliënte de zaak te redden door aan te bieden de machine alsnog te leveren; zij wilde al contact opnemen met de andere koper. Echter, direct na verzending van deze boodschap kreeg ze een reactie terug: dat hoeft niet meer, je moest vandaag leveren en dat heb je niet gedaan. Dus ben je nu al schadeplichtig! Nu betalen of see you in court.
Circa zes maanden later zagen wij de koper inderdaad in court. Die kwam echter van een koude kermis thuis. De rechter wees de schadeclaim van € 50.000 in verband met de aankoop van een soortgelijke andere machine, af. Dit vanwege ons argument dat de overeenkomst (u weet wel, die achterop dat sigarendoosje) weliswaar over een leveringsdatum repte, maar daar niet heel erg concreet over was.
Daarom was er ook volgens de rechter geen zogenaamde fatale termijn overeengekomen. En dus had de koper mijn cliënte inderdaad nog een laatste kans tot levering moeten geven en dat had hij verzuimd. Een forse meevaller voor mijn cliënte, die op deze manier dus tweemaal “gevangen” had voor de machine.
Voelde deze goede afloop ook goed voor mij als advocaat van de verkopende partij? Toch niet echt. De les is dan ook: let op hoe precies u zaken in een overeenkomst opschrijft. De achterkant van een sigarendoosje is heel vaak net wat te kort door de bocht. Een bondige overeenkomst biedt partijen met een iets lagere moraal onwenselijke kansen (en dan heb ik toch liever niet dat u mij belt).
Mr. Erik Doornbos is jurist bij het Dienstencentrum en advocaat/ partner bij DeN advocaten.
Wil jij het gedrukte PRINTmatters magazine ontvangen? Neem een proefabonnement.