Abonneren  Inloggen

Inclusiekampioen Zalsman: ‘Bij ons doet iedereen ertoe’

6 januari 2023

Zalsman behoort tot het koplopersnetwerk van MVO Nederland, waarin 250 trendsetters zitten op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dit waardengedreven familiebedrijf met vestigingen in Zwolle, Kampen en Heerenveen wordt gezien als een ware inclusiekampioen. Liefst 40 van de 148 medewerkers hebben een afstand tot de arbeidsmarkt, en geregeld stromen zij door naar volwaardige functies. Hoe maakt Zalsman werk van inclusie? DGA Herman Verlind en directeur Gerwin de Vries leggen het uit.

Hoe inclusief is Zalsman?

Verlind: ‘Wij sluiten niemand uit en werken veel met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Denk aan vluchtelingen met een verblijfsstatus, mensen met een fysieke of mentale beperking, en vroegtijdige schoolverlaters. In diverse gevallen komen zij na een periode van intensieve werkbegeleiding in vaste dienst. Zo stroomde een Tibetaanse monnik vanuit een werk-leertraject door naar de functie van machine-operator. Tegelijkertijd zou ik bij het vaste personeel die diversiteit nog wel beter willen zien. De grafische industrie is een mannenwereld en Zalsman vormt hierop geen uitzondering. Zie maar eens vrouwen in de grafische sector te vinden, vooral voor de technische functies. Vind sowieso maar eens personeel in deze krappe arbeidsmarkt!’

De Vries: ‘Wij proberen ook de jeugd te enthousiasmeren. De grafische industrie heeft geen geweldig imago. Men denkt dat het er alleen maar vies en lawaaiig is, terwijl allerlei interessante facetten samenkomen: ICT, workflow-automatisering, e-commerce, enzovoort.’

MVO Nederland roemt Zalsman vanwege de veertig medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt. Vanwaar deze keuze?

Verlind: ‘Oog hebben voor kwetsbare mensen, vanuit de intrinsieke motivatie om een bijdrage te leveren aan de maatschappij, dat zat altijd al in het dna van Zalsman. Maar de laatste jaren wordt maatschappelijk verantwoord ondernemen steeds belangrijker. Bijvoorbeeld als selectiecriterium in aanbestedingsprocessen. Zo wonnen wij een aanbesteding van een grote gemeente omdat wij de door hen geëiste “social return on investment” van 60.000 euro haalden. Wij konden aantonen dat wij aan het project vijf medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt konden koppelen, ter waarde van elk 10.000 tot 15.000 euro. Inclusie leidt dus tot nieuwe business, maar het mag nooit alleen maar uit eigenbelang voortkomen. Dan wordt het een trucje. Dat werkt uiteindelijk ook niet.’

De Vries: ‘Wij bieden mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een veilige werkplek. Bij ons kunnen ze werken naar vermogen, tot het niveau dat bij ze past. Van het inpakken van dozen en opruimen van drukplaten tot het klaarmaken van mailings en het drukken. Het gaat in alle gevallen om medewerkers die – met onze ondersteuning – een rendabele bijdrage leveren aan het resultaat van Zalsman.’

Hoe komt Zalsman aan zoveel medewerkers met afstand tot de arbeidsmarkt?

Verlind: ‘De grootste groep, momenteel 23 mensen, komt van grafische afdelingen in sociale werkplaatsen in Kampen en Heerenveen. Zalsman heeft deze afdelingen van de gemeenten overgenomen, nadat wij hier al langer arbeidsintensief drukwerk lieten produceren. Na de overnames gingen deze grafische medewerkers via een detacheringscontract voor Zalsman werken. Zo bouwden we steeds meer ervaring op in de omgang en begeleiding van deze speciale mensen.’

De Vries: ‘Van de overige 17 medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt komt ongeveer de helft voort uit “Praktijkleren in de Derde Leerweg”, een bedrijfsinterne opleiding van ongeveer één jaar op mbo-niveau. Wij hebben daarvoor een praktijkopleider in dienst, iemand die daarvoor zelf ook een opleiding heeft gevolgd bij het GOC. Als erkend leerbedrijf ontvangt Zalsman subsidie om langs deze weg in de werkpraktijk mensen op te leiden die wel leerbaar, maar niet schoolbaar zijn. Inmiddels heeft een aantal mensen de opleiding gehaald; drie mensen kregen bijvoorbeeld de “Praktijkverklaring Procesoperator”. Dit erkende, alternatieve mbo-diploma hebben we in 2020 ook weer samen met het GOC opgezet. Het geeft mensen veel succesbeleving en motivatie. Met dit diploma zijn zij beter bemiddelbaar op de grafische arbeidsmarkt, mocht Zalsman na dat opleidingsjaar geen geschikt werk voor ze hebben.’

Verlind: ‘De resterende groep is ook weer heel divers. Iemand die inmiddels bijvoorbeeld collega is geworden, had een drukkerij, ging failliet, kwam in de bijstand, en verloor alles wat hij had. Hij was tijdelijk niet in staat om te werken.’

Er is dus geregeld doorstroming van mensen naar volwaardige functies. Wat is hiervoor nog meer nodig, behalve de opleiding?

De Vries: ‘Zalsman heeft meerdere interne jobcoaches in dienst: reguliere medewerkers die een aparte jobcoachopleiding hebben gevolgd. Elke gedetacheerde medewerker met een afstand tot de arbeidsmarkt leert on the job het vak van vouwen, drukken, nabewerken, of bijvoorbeeld werken op de prepress, dankzij de intensieve ondersteuning van zo’n jobcoach. Daarnaast is er een externe jobcoach die alle begeleiding buiten het eigenlijke werk om verzorgt. Door deze intensieve methode maken mensen sneller stappen. Daar komt bij dat wij werken met individuele talent- en ontwikkelroutes volgens de COMBO-methodiek, die UWV ook gebruikt. Deze methodiek is optimaal ingericht om een duurzame match tussen werknemer en werkgever te creëren.’

Zorgt deze focus op intern opleiden tot minder vacatures?

Verlind: ‘Natuurlijk heeft ook Zalsman moeite om vakmensen te vinden. Een achtkleurendrukker vind je echt niet zomaar. Maar het is zeker waar dat diverse mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt door alle moeite die wij steken in persoonlijke ontwikkeling, konden doorstromen naar volwaardige dienstbetrekkingen. Tegelijkertijd is dat natuurlijk niet voor iedereen weggelegd. Maar ook in dat geval zien wij mogelijkheden om de vacaturenood te verlichten, namelijk door job carving: eenvoudige werkzaamheden halen wij bij het bestaande personeel weg, zodat wij enerzijds het werk voor bestaand personeel uitdagender maken, en anderzijds mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt helpen aan nuttig werk en een zinvolle dagbesteding. Zo brengt een medewerker constant drukplaten van de prepress weg, terwijl een andere medewerker steeds papierrollen plot. Zo ontstaat er ruimte voor ander werk, waarvoor we anders wellicht een vacature hadden moeten plaatsen.’

Blijven jullie in deze uitdagende marktomstandigheden gefocust op inclusie?

De Vries: ‘Natuurlijk moet je in deze markt extra kritisch kijken naar waar je je energie in stopt, en hoeveel je daarin investeert. De bedrijfscontinuïteit staat altijd voorop. Maar bedrijven die inclusief ondernemen krijgen steeds meer rugwind. Relevant voor onze business is bijvoorbeeld dat wij na een recente audit PSO-gecertificeerd worden; PSO staat voor “Prestatieladder Sociaal Ondernemen”. Dat komt doordat ruim 30% van onze FTE’s een afstand tot de arbeidsmarkt heeft. Wij worden zelfs het eerste commerciële bedrijf dat deze erkenning krijgt. Het betekent dat wij kunnen inschrijven op aanbestedingen die zijn voorbehouden aan zogenoemde PSO 30+ gecertificeerde bedrijven. Maar nogmaals: ons inclusiebeleid was nooit primair gericht op beloningen. Dergelijke beloningen zijn wél het gevolg van een langjarige, intrinsieke motivatie om door middel van inclusie iets bij te dragen aan de maatschappij.’


Over Zalsman

Zalsman – uit 1857 – beschikt over een hoofdvestiging in Zwolle, waar de nadruk ligt op snelle productie en automatisering, en vestigingen in Kampen en Heerenveen voor het arbeidsintensieve werk, waaronder PMS-kleurendruk. Van de 148 medewerkers werken er 100 in Zwolle. De jaaromzet ligt rond 22 miljoen euro.

Het grafische familiebedrijf opereert in uitdagende marktomstandigheden. Directeur Herman Verlind: ‘Wij hadden al eerder gekozen om onze focus te verleggen van offsetdruk naar digital print. Wij stoppen niet met offset, maar de volumes nemen wel af. De toenemende vraag naar shortrunproducties en de automatisering van de nabewerking zorgen ervoor dat digital print tot in steeds hogere volumes rendabel wordt. In Zwolle hebben we daarom twee nieuwe Horizon-nabewerkingslijnen in gebruik genomen voor de geautomatiseerde verwerking van geprinte rol tot respectievelijk gehechte brochures en gelijmde boeken. Door met deze machines efficiënter te produceren, kunnen we bij deze productgroepen onze digitale printcapaciteit verhogen naar oplagen rond 1.000 per order. Afnemers zijn onder meer uitgeverijen. Zij bestellen hun producten steeds vaker in kleinere oplages of zelfs on demand. Zo besparen zij op voorraadkosten en onverkochte voorraad, en kunnen zij gemakkelijker herziene edities uitgeven.’


Pilot Opleiden Praktijkopleider

Om medewerkers breder en duurzamer inzetbaar te maken, startte Zalsman in 2021 bij opleidingscentrum GOC met de “Pilot Opleiden Praktijkopleiders”. Daarin leren de praktijkopleiders van Zalsman hoe zij goede instructies geven aan (nieuwe) medewerkers die binnen een bepaald domein op nul beginnen. De praktijkopleiders krijgen tips en trucs aangereikt hoe zij hun collega’s kunnen opleiden aan de machine. Deze didactische vaardigheden zijn nodig, want je kunt weliswaar een uitstekende vouwer, snijder of printoperator zijn, maar dat wil niet zeggen dat je mensen ook goed kunt opleiden. De opleiding voorkomt dat opleiders hun cursisten te snel afserveren.

Deze pilot houdt ook echte trainingen in. Hoe breng je bijvoorbeeld over hoe je moet snijden? En wanneer er een braam in je mes zit? Of hoe je een drukvel uitlijnt? Het doel is dat de opgeleide praktijkopleiders vanaf 2023 hun Zalsman-collega’s één dag in de week gaan opleiden, met als gevolg multi-inzetbaarheid. Zo kan een printoperator een drukker meevoeren in de geheimen van digital print. Wordt in de toekomst een offsetpers door een digitale pers vervangen, dan blijven deze operators inzetbaar. Directeur Gerwin de Vries: ‘Ook dat is inclusie: iedereen moet blijven meetellen, ook als de wereld verandert.’

Tekst Wim Danhof | Fotografie Pim Ras