Abonneren  Inloggen

Van grafisch directeur naar B&B-ondernemer: ‘Beter een verre buur dan een kleine tuin’

8 december 2022

Op z’n 53ste stond graficus Martijn de Vries weer eens in de file bij Waddinxveen en besloot zijn leven om te gooien. De man die ooit algemeen directeur was van Thieme Rotatie koos samen met zijn vrouw Anna voor het runnen van een chambres d’hôtes in Normandië. De ‘business-case B&B’ ging niet van een leien dakje. De Vries brak zijn rug tijdens de verbouwing en ook corona gooide roet in het eten. Nu heeft het stel het eerste hele seizoen achter de rug.

Hoe is het leven na alle opstartperikelen?

‘Het gaat goed. We klagen niet, want we hebben in 2022 ons eerste normale seizoen gehad. Dat ging veel beter dan ik had verwacht. Het blijft toch spannend als je iets nieuws start. Zeker na de afgelopen 2 coronajaren. We hadden heel 2019 verbouwd om op 1 april 2020 open te kunnen. In maart 2020 kregen wij te horen dat dat niet doorging, vanwege corona.’

Wat gaat er dan door je heen?

’In mijn financiële planning zat gelukkig een noodvoorziening, voor een kapotte auto of wasmachine of zoiets. Het was jammer dat we daar in april 2020 meteen gebruik van moesten maken. Maar we hadden dus wél een noodvoorziening.’

Wat heb je gedaan om die coronaperiode te overleven? Ben je van de lokale appeltjes Calvados gaan maken?

‘We zijn doorgegaan met verbouwen tot half juni. Er was nog genoeg te doen. Daarna konden we open en draaiden we een kort maar intensief seizoen. Dat ging niet slecht, maar drie en een halve maand is kort. In de winter daarna is mijn vrouw Anna weer gaan vertalen en tekstschrijven – het werk dat ze deed voor we emigreerden. We kwamen er op die manier aardig uit.’

Kreeg je als ondernemer steun van de Franse overheid?

‘Niet direct. Maar ze waren wel bereid om mee te denken. Door tijdens een telefonisch gesprek onze situatie toe te lichten – met de cijfers over de verbouwing en ons eerste korte seizoen van 2020 bij de hand – wisten we hen gelukkig te overtuigen en kregen we inderdaad steun. Opvallend was dat zij in tegenstelling tot de Nederlandse regering wel maatwerk durfden te leveren. Dat was top.’

Beheersing van de Franse taal is vast wel noodzakelijk.

‘De taal beheerste ik nog vrij redelijk. Het was niet zo roestig dat ik geen brood kon bestellen. Maar het beste leer je door met Fransen samen te werken. En dat gebeurde bij de verbouwing. Die mannen spraken alleen Frans, dus ik moest wel.’

Even terug naar het vorige leven. Je rol als algemeen directeur bij Thieme rotatie was je laatste in het grafische. Waarom?

‘Dat was in 2010 na 24 jaar ervaring bij grafische bedrijven. Ik was er toen echt klaar mee. Het rotatievak vond ik altijd leuk. Ik kwam van Habo DaCosta waar ik 18 jaar had gewerkt en werd verantwoordelijk voor Zwolle, het voormalige Tijl offset, en Nieuw-Vennep, het voormalige Argo. De bedrijven maakten 1,6 miljoen euro verlies. Na 2 jaar stonden we op nul en voor 2011 hadden we een positieve begroting met meer dan 5 ton winst. En precies toen viel de hele Thiemegroep om. Het voelde voor mij als mijn grootste succes en mijn grootste verlies tegelijkertijd. Die markt met de uitgeholde prijzen, waarbij je met 100 man een jaar moest knokken om uiteindelijk 30.000 euro winst te maken… Dat voelde niet goed meer.’

Wat was de volgende stap?

‘Na Thieme ging ik als operationeel directeur aan de slag bij de Holland Media Combinatie in Alkmaar, een uitgever van dag- en weekbladen en volle dochter van de Telegraaf Media Groep. Mijn taak was om de operationele integratie tussen Alkmaar en Amsterdam tot stand te brengen. Ik geloof wel dat ik tijdens mijn werk in de grafische industrie veel heb meegekregen op het gebied van productieorganisaties. Altijd op het scherpst van de snede geld blijven verdienen, daar heb ik veel ervaring in. In andere sectoren zie je dan vaak veel ruimte om geld ‘op te rapen’ en aanpassingen te doen in de manier van werken. Reorganiseren is interessant, maar ook moeilijk natuurlijk, omdat je met mensen te maken hebt die moeten veranderen of wellicht eruit moeten.’

Hoe kwam je erbij om daarna in een compleet andere branche aan de slag te gaan?

‘Ze zochten bij het Keukenwarenhuis in Ter Aar een operationeel directeur. Het klinkt misschien gek, maar operationele activiteiten zijn operationele activiteiten. Of je nou schoenen, drukwerk of keukens maakt. Bij deze onderneming ging het met name om het op orde brengen van de processen, automatisering en de bijkomende veranderingen.’

En toen kwam het moment waarbij je je leven drastisch omgooide.

‘Ja, dat was in 2017. De klus in Ter Aar liep na een jaar of 3 zoals ik wilde en ik dacht na over de volgende stap. En zoals zo vaak stond ik in de file en bedacht me dat ik eigenlijk anders wilde leven. Ik heb mijn vrouw gebeld en gezegd dat ik het er die avond graag over wilde hebben. Ik moest eigenlijk te veel verdienen om intact te houden wat ik mijzelf had aangedaan, om het zo maar eens uit te drukken. Mooi huis, allebei een mooie auto… Daar moet je een bepaald bedrag per maand voor binnenhalen. Maar als je goed kijkt naar bezit, kun je het ook omdraaien. Ons bezit – ons huis – werkt nu voor óns in plaats van andersom. Je kan toe met minder en je hebt veel minder financiële afhankelijkheid en je hoeft niet elke dag te scoren. Dat was voor mij de belangrijkste reden om te bekijken of we het niet anders konden doen.’

Welke opties passeerden daarbij de revue?

‘Als je echt iets anders wil doen, moet er wel een financieel plan onder liggen. Op mijn 53ste met pensioen, dat ging helaas niet. Daarom benaderde ik dit plan als een businesscase, want je moet wel een drive hebben en inkomen. Ons geld zat - en zit - vooral in steen. De woningmarkt is niet overal zo overspannen als in Nederland; in sommige andere landen heb je voor minder geld meer waarde. Het idee voor een bed & breakfast kwam al snel naar voren. We hebben van alles overwogen, ook buiten Frankrijk. Het werd Normandië vanwege de huizenprijs, ligging ten opzichte Nederland, klimaat, aantrekkelijkheid voor toeristen, onze bekendheid met de regio... ’

En hoe kom je dan op juist die boerderij, nu jullie chambres d’hôtes: Le Vert Buisson?

‘Dat begon met oriëntatie op toeristische attracties in Normandië: wat ligt waar. We wilden zo centraal mogelijk zitten, ten opzichte van bijvoorbeeld de D-Day-invasiestranden, mooie stadjes, wandel- en golfmogelijkheden. Uiteindelijk bepaalden we zo een regio. En dan ga je op jacht.’

Ging dat makkelijk?

‘Het begon met zoeken op internet bij makelaars en notarissen, en met Google Earth om goed te bepalen waar hun aanbod lag. Wij selecteerden 10 huizen en zijn in oktober 2017 naar Normandië gereden. Na rondrijden bleven er 3 over die we ook aan de binnenkant wilden zien. De eerste was meteen raak. De buitenkant toonde al mooi, maar ook de sfeer aan de binnenkant was goed. Een eerlijk huis op 2,5 hectare grond. Een goede kennis van mij is aannemer en met hem ben ik er vervolgens in december nog eens naartoe gereden om alles te checken en om een goede begroting te kunnen maken. Daarna kon in 2018 de handtekening gezet worden.’

En konden jullie er meteen in?

‘In de zomer 2018 konden we erin. Dat was fantastisch, maar het werd ook winter 2018. Het huis, dat stamt uit 1764, en de bijgebouwen waren in oorspronkelijke staat. Dat zegt genoeg. Om te beginnen ontbrak verwarming. Er stond 1 houtoventje waar de vorige eigenaren ook op kookten. Er was geen isolatie, geen dubbel glas en als het buiten waaide, waaide het binnen ook. Kijk maar op onze site www.levertbuisson.nl naar het YouTube-filmpje over de verbouwing. Dan zie je dat er nog heel wat werk verricht moest worden voor het een mooie chambres d’hôtes met 4 luxe kamers was.’

Ging dat allemaal soepel?

‘Op 1 januari 2019 startte de verbouwing met als doel om in maart 2020 te openen. Ik heb aan het werken met de Franse bouwvakkers alleen maar goede herinneringen. In tegenstelling tot wat je vaak hoort: zij hielden zich aan alle afspraken. Alles werkt en is prachtig geworden. Los van corona hadden we eigenlijk maar één echte tegenslag. Op de derde dag van de verbouwing gleed ik uit en viel ik een paar meter naar beneden... Mijn rug was op 3 plekken gebroken. Dat had veel slechter kunnen aflopen, maar ik moest wel 2 maanden revalideren voor ik weer aan de slag kon.’

Zie je nu gouden bergen, nu je door de grootste dalen heen bent?

‘Miljonair word je hier niet mee. Maar ons doel - een ander leven - hebben we wel bereikt. Natuurlijk heb je hier ook zorgen en stress, maar van het soort waarmee ik goed kan leven. Ik ben nog steeds ondernemer, alleen nu met mijn eigen geld.’

Ben je als mens wat meer tot de basis, de natuur, gekomen?

‘Jazeker. We wonen op het platteland. Onze buren zitten op een paar honderd meter afstand. Een mooie Franse uitdrukking luidt: beter een verre buur dan een kleine tuin. Haha! Om ons heen zien we uilen, zwaluwen, vossen, dassen, noem maar op. Het is hier doodstil en omdat het zo donker is, zie je de sterrenhemel veel helderder.’

Ik heb zo’n beeld dat je ’s morgens op je brommertje croissants en stokbrood haalt.

‘Dat zit er niet ver naast. Mijn vrouw Anna is een echt ochtendmens en haalt elke dag bij het lokale bakkertje verse croissants en broodjes voor het ontbijt. We koken regelmatig voor onze gasten en daarbij gebruiken we natuurlijk zoveel mogelijk producten uit de buurt. Eitjes zo veel mogelijk van eigen kippen, groente en fruit zo veel mogelijk uit eigen tuin en kasje.’

Komen er veel gasten uit Nederland?

‘Ruim 80% is Nederlands(sprekend). We hebben hier al diverse mensen uit het grafische over de vloer gehad.’ Lachend: ‘Grafici zijn onze favoriete gasten’

PRINTmatters neemt graag een kijkje bij grafici die het roer volledig hebben omgegooid. Maar we zijn ook heel benieuwd wie er vanuit juist een totaal andere branche de stap naar de grafische wereld heeft gemaakt. Wil je daarover vertellen en jouw ondernemerslessen met ons delen? Mocht je openstaan voor zo’n interview, laat het ons dan weten via robbert@printmatters.nl.

Tekst: Robbert Delfos | fotografie: Johanna Baptist